Tropisch!
Wat bezielt een mens om bij temperaturen die richting de 40 graden gaan, een halve triathlon te gaan doen?
Dat is een vraag die ik wel vaker heb gekregen.

Warm versus koud, droog versus nat, lang versus kort, maar ook Shimano versus Campagnola om maar iets te noemen. Net als er zoveel keuzes zijn, zo zijn er ook net zoveel voorkeuren.
Mijn voorkeur is een overdaad aan zon, dus valt de keuze met enige regelmaat op wedstrijden in tropische landen, daar schijnt de zon wel met enige regelmaat.
Daarbij heb ik het geluk dat mijn lichaam uitzonderlijk goed met de warmte om kan gaan. Ik zweet relatief weinig, dus mijn vocht behoefte ligt wat lager (als je de foto bekijkt, dan zie je relatief in echte tropische omstandigheden hoger is dan onder normale omstandigheden), en iets wat zeker niet onderschat moet worden, het innerlijke gevoel. De zon en warmte ‘makes me happy’!

Normaal gesproken probeer ik altijd een week voor de wedstrijd op de bestemming aanwezig te zijn, of in elk geval in dezelfde klimatologische omstandigheden als de wedstrijdlokatie, zodat het lichaam kan wennen aan de warmte.
Een paar fietstrainingen, een paar looptrainingen, lekker zonder wetsuit zwemmen. De eerste dagen denk je helemaal uit vorm te zijn. Een rustig loopje op je gebruikelijke tempo kan je wel vergeten. Je hartslag is zeker 20 slagen hoger! Maar geen nood, over een paar dagen zijn er daar zeker 10 vanaf, al zal het helemaal zoals thuis in zo’n korte tijd niet worden. Vergeet het maar.

Half mei heb ik maar weer eens zo’n wedstrijd gedaan. Ironman 70.3 Vietnam. Voor de 3e keer. Duidelijk word ik ouder, want elk jaar ben ik een paar minuten langzamer en schuif ik steeds verder van de klassementsladder af ?.

De dag voor de wedstrijd kregen we van de organisatie te horen dat we er rekening mee moesten houden dat de wedstrijd omgezet zou worden in een duathlon, dus in plaats van zwemmen, eerst 3 kilometer lopen. Een duidelijk voordeel voor mij, want zwemmen is mijn zwakste onderdeel, maar niet waarvoor je de halve wereld rondreist.
De dag voor de halve triathlon vind er ook een sprint wedstrijd plaats. Ongeveer 25% van de deelnemers faalde om door de branding heen te komen. Het was dus serieus gevaarlijk.

Om 5 uur ’s ochtend, een dik uur voor de start, kregen we het verlossende woord, we gaan zwemmen! Een blik op de Zuid Chinese Zee bevestigde dit al, een stuk kalmer als een dag eerder, maar nog steeds best een serieuze surf. En vergeet de deining niet.

Piep, piep, piep, piep, PIEPPPP. Het geluid van de rollende start. Elke 10 seconden mogen er 6 atleten weg.
Ik ren niet al te hard de zee in, want nu al buiten adem, als je de golven van de branding moet overwinnen, dat zou een fout zijn. Dat was 1 van de tips die de pro’s een dag eerder hebben gegeven over zwemmen door de branding.
Bij elke golf duik ik er onderdoor, wat is het daar rustig. Eenmaal boven een paar slagen, en dan weer onder de volgende golf door. Voor ik het in de gaten heb ben ik al door de branding heen.
Het zwemmen bestaat uit een deel de zee in zwemmen, ongeveer 300 meter, dan een rechthoek met een totale lengte van 1300 meter, en dan weer 300 meter terug naar de kant. Dat laatste was nog best wel moeilijk, maar ook hier hielpen de tips weer om snel te ‘stranden’.
Na 33 minuten en 15 seconden stond ik op het strand. Snel de paar honderd meter richting T1 afleggen voor het onderdeel waar ik de laatste tijd weer veel progressie geboekt heb. Althans, dat dacht ik….
Zodra ik op de fiets de eerste trap afleverde, voelde ik al dat het niet was waar ik op gehoopt had. Een hoge cadans was er wel, maar de power ontbrak. Ik rij dit jaar met een powermeter, en zou 200 watt gemiddeld moeten trappen. Wat ik ook probeerde, ik kwam er niet aan en bleef steken bij 170.
Niet dat ik daarmee stil stond, integendeel, maar gevoel is ook een belangrijk aspect, en dat ontbrak.
Na 60 kilometer krijg je een deel van 25 kilometer flinke wind tegen (niet zo erg natuurlijk als bij de laatste TVR tijdrit). Tegen mijn verwachting in, want de power was niet op miraculeuze wijze ineens terug, haalde ik de ene na de andere atleet in. Het gaf mij in elk geval wel weer een boost voor het laatste onderdeel.
Na 90 kilometer en 2u26 en slechts 152 watt gemiddeld stapte ik van de fiets af. Niets verkeerds mee, maar dit parkoers leent zich echt wel voor snellere tijden.

De eerste kilometer van het lopen ging voorspoedig, maar dat is gebruikelijk. Eigenlijk heb ik nooit last van de overgang tussen het fietsen en het lopen.
Even een omschrijving van het loopparkoers. Het is niets anders dan 10,5 kilometer rechtdoor naar het noorden, dan keren en dezelfde 10,5 kilometer weer terug om op het strand te finishen. Gedurende die 21 kilometer loop je op de weg en er is nergens schaduw. De temperatuur is imiddels 35 graden ook al is het nog niet eens 10 uur ’s ochtends. En ja, dat is de echte temperatuur, de gevoelstemperatuur ligt nog wel een stukje hoger. In Nederland zou alles al lang stilgelegd zijn. Dat kunnen ze hier niet doen natuurlijk. Mentaal is dit dus een heel pittig parkoers.
Na 2 kilometer begint het mentale spelletje al de kop op te steken. ‘Ik vind dit leuk’ zegt de engel, ‘wat doe je jezelf aan, stop er eens mee’ zegt de duivel.
Na 3 kilometer, bij een verzorgingstation, en de laatste plek waar nog wat schaduw is op het pad naast het loopparkoers, wint de duivel heel even. Ik ga daar even een paar minuten zitten om na te denken en proberen via exorcisme de duivel te verjagen. Het lukt, en na 2 minuten rust begin ik weer te lopen. Eerst heel rustig, maar al snel zit het tempo er al weer aardig in.
Gelukkig staat er elke 1,5 kilometer een verzorgingsstation en daar maak ik gretig gebruik van. Koelen, drinken, ijs in je trisuit, sponzen meenemen. Alles wat maar enige verlichting van de brandende zon en intense hitte geeft. Dat kost elke keer wat tijd, maar al gauw is daar weer dat 4min30 tempo.
Na het keerpunt is er een gevoel van opluchting. Het is nog best ver, maar het is alleen nog maar terug. De duivel is al een tijd nergens meer te bekennen en gestaag stamp ik verder.
Pas in de laatste kilometers loop ik in op een enkele atleet die het echt zwaar heeft. Mijn tempo weet ik iets op te schroeven om ze, heel gemeen, nog even een mentale tik te geven.
Wat altijd leuk is hier, is dat je ongeacht je finish positie het lint mag breken. Dat geeft toch wel een triomfantelijk gevoel.
Ik breek het lint na 4u48 en weet eigenlijk direkt al dat het dit jaar niet voldoende is voor de gang naar het podium, waar ik de afgelopen 2 edities wel heb mogen staan.

Heel even was ik er wel klaar mee, maar de ervaring is dat dat niet lang duurt. En inderdaad, de volgende tropische race is alweer geboekt.
Langkawi, Malaysia, 17 november! Unfinished business ?